Pietrain

Extrieur

De Pietrain heeft een stevige bouw, en is door zijn bouw prima geschikt als vleesvarken. Het Pietrain varken is drager van de dikbilgen, waardoor alle varkens van dit ras een extra grote bilpartij hebben. Het ras wordt gezien als het meest gespierde varkensras ter wereld. Kenmerkend voor deze varkens zijn de zwarte vlekken op zijn lijf, en de kleine, rechtopstaande oren. Pietrains hebben een sterk gebit met flinke hoektanden. Deze hoektanden zijn vooral bij de mannetjes (beren) goed te zien. Wanneer varkens met elkaar vechten, kunnen zij met de hoektanden flinke verwondingen bij de tegenstander aanbrengen. Wanneer Pietrains in gevangenschap gehouden worden op een vleesboerderij, worden de hoektanden ingekort, ze worden afgevijld.

De huid van de Pietrain is bijna helemaal kaal, op een paar stugge haren na. De dieren mogen wel met een zachte borstel geborsteld worden en de huid insmeren met babaolie of uierzalf. Dit kan de dieren helpen tegen jeuk, omdat de huid hiermee soepel gehouden wordt. De hoeven zijn hard, en hoeven niet bekapt te worden, omdat ze snel genoeg slijten. De bijklauwen van het Pietrain varken moeten wel regelmatig geknipt worden.

De Pietrain biggen groeien razendsnel, een big kan per dag wel 500 gram groeien. Een volwassen Pietrain bereikt een gewicht van 240-300 kilogram, waarbij de beren zwaarder zijn dan de zeugen. Ze bereiken een schofthoogte van 82 centimeter en worden gemiddeld 10 tot 15 jaar oud. De zeug heeft per worp gemiddeld elf biggen.

Het Pietrain is een varkensras uit België en wordt vooral gehouden en gefokt voor de vleesindustrie. Pietrains zijn varkens die snel groeien en in rap tempo vlees ontwikkelen, waardoor het dier geliefd is door varkenshouders. In de jaren 1920 tot en met 1950 kwam dit varkensras alleen voor in en rondom de plaat Petrem. Het ras is ontstaan uit kruisingen tussen het Belgisch landras en de Berkshire uit Engeland. Het Berkshire varken werd in de jaren na de Eerste Wereldoorlog ingevoerd in België, omdat er in België te weinig fokvarkens waren om aan de vraag van varkensvlees te voldoen. Doordat de Berkshire werd ingevoerd, waren er weer voldoende varkens voor de vleesindustrie, en is langzamerhand een nieuw ras ontstaan, namelijk het Pietrain.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de vraag naar magerder vlees steeds groter. De welvaart onder de bevolking steeg, wat inhield dat men minder zwaar hoefde te werken. Omdat het vet vooral nodig was om het zware werk te doen, was er een grote vraag naar vlees met een lager vetgehalte. Het Pietrain varken stond al sinds het ontstaan van het ras bekend om het lage vetgehalte in zijn vlees, waardoor het ras goed aan de wensen voldeed. Rond 1960 werden de eerste Pietrains in Nederland geïmporteerd.

Geschiedenis

Vlees

Typerend voor België is dat hier het meeste vers varkensvlees verkocht wordt. In andere landen wordt het vlees vaak een paar dagen ‘gerijpt’, voordat het verkocht wordt.

De Vlaamse varkensvleesproductie wordt gekenmerkt door karkassen met een hoog aandeel mager vlees, een hoog versnijdingsrendement en een efficiënte groei. Het overwegend gebruik van de Pietrain als eindbeer draagt hier een belangrijke mate aan toe. Een laag karkasvetgehalte gaat gemiddeld gepaard met een laag intramusculair vetgehalte (vet in het vlees, ook wel marmering of vetdooradering genoemd), hetgeen wat de smaak en sappigheid van het vlees niet ten goede komt. Het is immers goed gekend dat het gehalte vet in vlees één van de belangrijkste factoren zijn voor de smaak.

In het Pietrain ras zijn momenteel twee types te onderscheiden: het Belgische en het Duitse type. Het Belgische type heeft een uitstekende slachtkwaliteit, wat zich uit in een extreme bespiering in bovenbouw en achterhand. de mesteigenschappen zijn slecht en het ras is zeer stressgevoelig. De reproductie-eigenschappen zijn minder gunstig. Het Duits type is minder extreem in zijn bespiering, maar heeft betere mesteigenschappen. Vooral de groei van de dieren van het Duitse type is aanzienlijk beter.