Nederlands landvarken

Extrieur

Het meest typische kenmerk van het Nederlands landvarken zijn zijn hangende oren. Verder is het ras wit, lang gestrekt met een iets omhoog gebogen neus. Het Nederlands landvarken heeft een lange en ruim gespierde achterhand met wat platte hammen. Het is een middelgroot varken. Verder is het beenwerk sterk en lang met niet te steile koten en de staart bevat een krul. De spekdikte is ongeveer 8-10 cm terwijl de hammen wel meer dan 15 kg kunnen wegen. Dit alles geeft het ras een hoge aaibaarheidsfactor. Het Nederlands landvarken heeft een niet te brede achterkant, waardoor het afgeplatte billen heeft. Een volwassen zeug weegt tussen de 125 en 175 kilo.

Voor de 20e eeuw kwamen er in Europa twee type varkens voor: Het Groot grootorig landvarken en het Kleinorig stagoorvarken. Het Groot grootorig landvarken verdrong omstreeks de tweede helft van de 19e eeuw het Kleinorig stagoorzarken. Men wilde toen der tijd een varken dat vroeger rijp was, sneller groeide en meer vlees in verhouding tot spek had. Het Groot grootorig landvarken was in Nederland bekend onder verschillende regionale namen zoals het Fries varken, het Drents varken en het Limburgs varken. Helaas, zijn deze regionale types verdwenen.

In het begin van de 20e eeuw werden fokstations, varkensfokverenigingen en stamboeken opgericht en onderging de Nederlandse varkenshouderij een aanzienlijke groei. In die tijd werden de eerste Veredelde Duitse landvarkens ingevoerd. Vanaf 1930 werden Deense landvarkens geïntroduceerd, waarmee de slachtkwaliteit en de geschiktheid voor baconproductie aanzienlijk verbeterd kon worden.

Het Nederlands landvarken van nu is ontstaan door inkruisingen met het Deens landvarken en het Vererdelde Duitse landvarken. Omstreeks 1933 kregen de stamboeken de vrijheid om de onderlinge kruisingen te registreren als het ras Nederlands landvarken. Uiteindelijk is de officiële bloedvoering voor het Nederlands landvarken vastgelegd op 5/8 Deense landvarken en 3/8 Veredeld Duits landvarken. Dit varkensras werd in die tijd vooral gebruikt voor de productie van bacon. In die periode was de export van vlees naar Engeland vanwege veterinaire redenen niet toegestaan, maar van vleeswaren wel. De slimme Hollanders hadden hier een oplossing voor: er werd bacon verscheept. Vanaf de jaren ’60 vormt het Nederlands landvarken de basis voor de meeste vleesvarken moederdieren in de moderne varkensfokkerij. In de jaren ’90 is van drie fokkerijorganisaties sperma van hun Nederlands landvarken lijnen in de genenbank opgeslagen. Deze drie populaties zijn uiteindelijk samengevoegd tot één. Rond 2013 is deze populatie geïntegreerd met de landraslijnen van Scandinavische herkomst.

Meerdere decennia is het Nederlands landvarken gebruikt in de commerciële varkenssector en actief ingezet in diverse fokkerijprogramma’s. Echter, door intensieve selecties, inkruisingen met meer productieve rassen en kostenbesparing, staat het zuiver Nederlands landvarken op het punt te verdwijnen. Topigs integreert de Nederlands landvarken lijn (NNNN-lijn) met de Scandinavische lijn (F-lijn). Hierdoor zal de zuivere lijn van het Nederlands landvarken verdwijnen. Daarnaast daalt momenteel het aantal fokkers en het aantal zuivere Nederlands landvarken, waardoor het ras zodoende als zeldzaam kan worden beschouwd.

Het Nederlands landvarken leent zich uitstekend als grazer, levende ploeg op grasland en akkers, als bosbeheerder die natuurlijk ‘afval'(eikels, beukennootjes, valfruit) opruimt en jonge plantenaanwas in toom houdt. De vriendelijke hangoor kan bovendien een trekpleister voor recreatieve en educatieve uitjes zijn: een scharrelende reclame voor de eigen diersoort.

Geschiedenis

Vlees

Het Nederlands landvarken is een typisch vleesvarken en is zeer goed bevleesd, met zwaardere hammen. Het vlees van dit ras bevat meer vet dan het vlees van rassen die ingezet worden in de intensieve veehouderij. De wens van consumenten om steeds magerder vlees te eten was één van de oorzaken dat de oud-Nederlandse rassen steeds zeldzamer werden. Toch zie je weer een opkomst van de vraag naar vlees met meer vet vanwege de rijkere smaak.